- Huizenprijzen stijgen dit jaar naar verwachting met gemiddeld 6 procent, schatten economen van ABN AMRO.
- De prognose is opwaarts bijgesteld om meerdere redenen.
- Hogere lonen, een lichte lagere hypotheekrente, krapte in het aanbod en versoepeling van de leennormen jagen huizenprijzen verder op.
- Lees ook: 3 redenen waarom woning ietsje betaalbaarder is geworden, ondanks stijging huizenprijs
Huizenprijzen blijven dit jaar naar verwachting relatief hard stijgen. Hogere lonen die hogere hypotheken mogelijk maken, een licht lagere hypotheekrente, versoepeling van de leennormen én een aanhoudend krap aanbod op de woningmarkt zijn daar debet aan.
Economen van ABN AMRO denken dat de huizenprijzen dit jaar gemiddeld met 6 procent zullen stijgen en volgend jaar met 5 procent, zo blijkt uit een dinsdag gepubliceerd woningmarktrapport. Daarmee stijgen de prijzen richting het recordniveau van juli 2022.
Eerder verwachtten economen van de bank een stijging van 4 procent dit jaar en 3,5 procent volgend jaar, maar vooral door de hogere lonen en de iets lagere hypotheekrentes zijn de verwachtingen omhoog bijgesteld.
Wel blijven er behoorlijke verschillen tussen regio’s in de prijsniveaus van woningen. In Noord-Holland ligt de gemiddelde koopsom bijvoorbeeld boven de 500.000 euro, terwijl dat in Groningen iets meer dan 300.000 euro is.
Afgelopen week publiceerde makelaarsvereniging NVM de huizenmarktcijfers over het eerste kwartaal. Daarbij bleek dat er op jaarbasis sprake was van een gemiddelde stijging van huizenprijzen met ruim 9 procent. Op kwartaalbasis was de ontwikkeling echter vlak.
De economen van ABN AMRO signaleren dat het aantal woningverkopen in de eerste twee maanden van het jaar 13 procent hoger lag dan in dezelfde periode een jaar eerder. Dat komt mede doordat beleggers sneller woningen van de hand doen, omdat particuliere verhuur steeds minder aantrekkelijker wordt door maatregelen van het kabinet.
Krapte in aanbod zet rem op woningverkopen
Toch zal het aantal transacties voorlopig niet terugkomen op het niveau van voor de energiecrisis. Dat komt volgens ABN AMRO door het geringe aantal bouwvergunningen dat wordt afgegeven en het overvolle stroomnet. Daardoor werden er vorig jaar maar 73.000 woningen gebouwd, terwijl dat er volgens ramingen jaarlijks 115.000 moeten zijn om de nationale doelen te halen.
Woningmarktdeskundigen waarschuwden eerder al dat de plannen van demissionair woonminister Hugo de Jonge om huurwoningen in de vrije sector te reguleren de woningbouw juist verder afremmen. Voor investeerders is het bouwen van woningen hierdoor niet meer rendabel genoeg, waardoor het tekort verder oploopt.
Op de hypotheekmarkt was in het eerste kwartaal van dit jaar sprake van een vrij vlakke ontwikkeling van hypotheekrentes. De economen van ABN AMRO denken dat als de Europese Centrale Bank de beleidsrente gaat verlagen in de loop van dit jaar, de rentes op de kapitaalmarkt daarop gaan reageren. Uiteindelijk kan dit ook doorwerken op de hypotheekrentes wat een verdere daling zou kunnen inluiden.
Huizenkopers verwachten vaker te moeten overbieden
De concurrentie onder woningzoekers is intussen weer sterk toegenomen, meldt huizensite Funda dinsdag. Dit heeft invloed op hoe kopers de zoektocht naar een nieuwe woning ervaren.
Het aantal kopers dat vindt dat dit een goed moment is om een woning te kopen bleef gelijk aan vorig kwartaal, maar het aantal kopers dat gelooft dat het over zes maanden een goed moment is om een woning te kopen nam af.
Ook woningverkopers merken de toenemende interesse. Het verkoopvertrouwen blijft, net als vorig kwartaal, stijgen. Van de verkopers geeft 71 procent aan dit een goed moment is om een woning te verkopen, ten opzichte van 63 procent vorig kwartaal. Meer dan de helft van de ondervraagden gaat ervan uit dat dit over zes maanden nog steeds het geval is.
De toenemende concurrentie is ook terug te zien in de mate waarin woningzoekenden verwachten te moeten overbieden. Van de Funda-bezoekers verwacht de helft namelijk boven de vraagprijs te moeten bieden om een woning te kunnen aankopen. Bijna 17 procent geeft daarbij aan rekening te houden met een bod dat 10 tot 20 procent boven de vraagprijs ligt. Dat is fors gestegen ten opzichte van de vorige peiling, toen nog 11 procent van de ondervraagden dit aangaf.